Voor buren is het niet altijd duidelijk wat er wel of niet kan in verband met hagen of bomen die op of in de buurt van de perceelsgrenzen staan. Sinds 1 september 2021 vervangen de bepalingen uit het ‘Wetboek Goederen’ (artikelen 3.133 en 3.134) uit het Burgerlijk Wetboek, de oude regels van het veldwetboek.

Wat mag er wel en wat niet? Hoe ver moeten de planten of bomen van de perceelsgrens geplant worden? Wie moet/mag er wat snoeien? Hieronder kan je vele antwoorden en tips vinden.

Bepalingen 'Wetboek Goederen'

Definities voor hoog- en laagstammige bomen/beplantingen:

 HOOGSTAM: alle bomen en beplantingen die minstens 2m hoog zijn en op termijn ook hoger zullen groeien dan 2m.

 LAAGSTAM: alle bomen en beplantingen die kleiner zijn en blijven dan 2m (zij het door natuurlijke groei, of door kunstmatige snoeiingerepen)

  • Hoogstammen moeten op minimaal 2m van de perceelsgrenzen worden aangeplant, te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom/beplanting.
  • Laagstammen moeten op minimum 0,5m van de perceelgrens aangeplant worden.
  • Voor alle beplantingen ouder dan 30 jaar (geplant of spontaan ontwikkeld) gelden de bovenstaande afstandsregels niet.
  • Als er niet voldaan werd aan de minimale plantafstanden, heeft je buur het recht om het snoeien en/of rooien van de beplantingen te eisen. Het recht om het verwijderen of het snoeien van beplantingen te eisen kan niet uitdoven door verjaring.
  • Een haag en of bomen mogen op de scheiding geplaatst worden ALS beide buren het hiermee eens zijn. In dat geval onderhouden beide buren de haag/de bomen. In zulk geval kunnen de buren dit best in een contract of op papier bevestigen, om discussies nadien te voorkomen.
  • Wanneer er overhangende takken van bomen of hagen (van beplantingen bij de buren) over je perceel hangen, moeten de buren deze op jouw verzoek snoeien. Zie verder hoe dit precies in zijn werk gaat.
  • Vruchten die op het perceel van de buur vallen zijn wettelijk gezien voor hem. Zolang ze aan de boom hangen zijn ze echter van de eigenaar van de boom.

Burenruzies over groen

Zeer vaak geven bomen en hagen langs de perceelsgrenzen aanleiding tot burengeschillen. Het gemeentebestuur kan hierin niet tussenkomen. Het is altijd het beste om het probleem eerst aan te kaarten met je buren. Een vriendschappelijke oplossing of compromis is altijd de beste en meestal ook de snelste oplossing.

Als je onderling niet tot een oplossing komt, kan je ook de officiële procedure volgen zoals die nu bepaald is in het ‘Wetboek Goederen’:

  1. Stuur een aangetekend schrijven, ‘een ingebrekestelling’ naar je buren met de vraag om takken en/of wortels die doorschieten over de perceelgrens te verwijderen.
  2. De buren hebben 60 dagen tijd om te reageren en de nodige actie te ondernemen.
  3. Indien de buren na een periode van 60 dagen nalaten om actie te ondernemen, dan heb je zelf het recht om takken en/of wortels –op kosten van de eigenaar- te (laten) verwijderen. Let wel, als je dit zelf doet, draag je ook zelf het risico voor de schade die je toebrengt aan de beplantingen.

Bij burenruzies kan je eventueel ook contact opnemen met je wijkagent. Mogelijk kan de wijkagent een bemiddelende rol vervullen tussen de buren en kan er zo wel een compromis bekomen worden. Je wijkagent contacteren kan via email: pz.noord.wijk@police.belgium.eu.

Geraak je er ook dan niet uit, dan kan je nog steeds terecht bij het Vredegerecht (Dennenburgdreef 8 – 2950 Kapellen – tel: 03 664 61 73). Een vrederechter zal bij het behandelen van de dossiers rekening houden met alle factoren en omstandigheden, inclusief het algemeen belang van de beplantingen.

Afsluitingen

Voor het plaatsen van afsluitingen op en langs perceelgrenzen is een omgevingsvergunning nodig. Enkel de volgende zaken zijn vrijgesteld van vergunning:

  • afsluitingen tot een hoogte van twee meter in de zij- en achtertuin (*)
  • open afsluitingen tot een hoogte van twee meter in de voortuin
  • gesloten afsluitingen tot een hoogte van 1 meter in de voortuin

OPMERKING: een open afsluiting is een bijvoorbeeld open draadafsluiting of een ander type afsluiting waar je vlot doorheen kan kijken (open structuur). Wanneer je een doek, grasmatten, stenen, hout, gaat bevestigen op of in de draadafsluiting is die ‘gesloten’ en dus wel vergunningsplichtig.

Om vrijgesteld te kunnen worden van vergunning, moeten de afsluitingen (*): minder dan 30 meter van de woning verwijderd zijn, niet in een oeverzone, afgebakend in een bekkenbeheersplan of deelbekkenbeheersplan, of in de 5 meter brede strook langs de oever van een waterloop liggen.

Als je perceel gelegen is in een recente verkaveling (minder dan 15 jaar oud), contacteer je best de dienst vergunningen om na te gaan of een afsluiting conform de verkavelingsvoorschriften is.

Mits (schriftelijk) akkoord van beide eigenaars mogen afsluitingen op de perceelsgrens worden geplaatst. Als er geen akkoord is, mogen ze tot op de uiterste grens van de eigendom worden geplaatst. Opgelet: een draadafsluiting die met klimop of een andere klimplant wordt begroeid wordt als een levende haag beschouwd en kan dus slechts op een halve meter van de perceelsgrens, tenzij er een akkoord met de buren.

Informeer je best via de dienst Vergunningen of de balie Ruimte & Wonen goed over de wettelijke bepalingen alvorens bepaalde afsluitingen te plaatsen (ruimte@kapellen.be).