Je hebt recht op een parkeerkaart als je voldoet aan één van de volgende voorwaarden:

  • je hebt een blijvende beperking van ten minste 80%
  • je hebt een vermindering van de graad van zelfredzaamheid van ten minste 12 punten
  • je scoort twee punten of meer in de rubriek verplaatsingsmogelijkheden
  • je hebt een blijvende beperking van minstens 50% aan de onderste ledematen
  • je bovenste ledematen zijn volledig verlamd of geamputeerd
  • je hebt als burgerlijk of militair oorlogsinvalide een oorlogsinvaliditeit van ten minste 50%
  • je bent een kind en scoort twee punten in de categorie 'verplaatsing'
  • je bent een kind en scoort twee punten in de categorie 'verplaatsing en mobiliteit'

je bewijst je invaliditeit als volgt:

  • Door een attest uitgaande van de FOD Sociale Zekerheid, Directie-generaal Personen met een handicap, waarop vermeld is dat één van de onder punt 2 vermelde toekenningsvoorwaarden is vervuld.
  • Via een attest van een gerechtelijke of administratieve overheid dat bewijst dat je tot één van de categorieën behoort zoals vermeld in punt 2. Het moet dan gaan om een attest van het Fonds voor arbeidsongevallen, het Fonds voor de beroepsziekten of een vonnis of arrest van een gerechtelijke instantie.
  • Als je geen van de hiervoor vermelde attesten kan voorleggen, zal je worden uitgenodigd voor een medisch onderzoek door een arts van de Directie-generaal Personen met een handicap. Tijdens dit medisch onderzoek zal deze arts je handicap bepalen in functie van de toe te passen wetgeving. Het door je behandelende arts in te vullen medisch formulier 3+4 zal als uitgangspunt dienen voor de evaluatie van je beperking.