Je mag de strikt noodzakelijke toegangen naar je oprit op eigen terrein tot op de rooilijn aanleggen in het materiaal dat je zelf verkiest (cfr. de stedenbouwkundige vergunning).

Tussen de rijbaan en de rooilijn is dit echter niet het geval. De oprit in deze zone moet door de aannemer van de gemeente worden aangelegd in grijze betonstraatstenen. De kosten voor de aanleg worden gedragen door de aanvrager.

Deze regeling zorgt ervoor dat er een uniform straatbeeld wordt gecreëerd. Hierdoor wordt ook kwaliteit en voldoende opbouw gegarandeerd. Maar deze regel is er vooral voor de nutsmaatschappijen. Hun leidingen zijn meestal gelegen in de berm. Bij uitbreidingen of herstellingen aan hun net worden dan de opritten op de berm opgebroken en herlegd. Door de opritten op de berm in grijze betonstraatsteen uit te voeren, kunnen de nutsmaatschappijen deze beter herstellen.

zelf aanleggen

In bepaalde omstandigheden mag je als eigenaar de oprit van je woning zelf doortrekken over de berm tot aan de rijweg. 

Voorwaarden:

  • er mag geen voetpad of fietspad aanwezig zijn in de berm
  • obstakels (bomen, plantsoenen, zitbanken, openbare verlichting, verkeersborden, ...) mogen niet zonder toelating worden verwijderd
  • enkel de zone naar de oprit mag worden verhard, de hele berm verharden is niet toegestaan
  • de verharding mag niet bestaan uit los materiaal (zand, kiezel, dolomiet, ...), maar enkel uit volwaardige verhardingen (betonstraatstenen, beton, asfalt, kasseien, mozaïek, ...)
  • de gemeente komt niet tussenbeide bij verzakkingen of bij slechte herstellingen door nutsmaatschappijen
  • herstellingen moeten gebeuren door de eigenaar van het perceel waartoe de oprit hoort
  • de aannemer moet zelf instaan voor het opvragen van de liggingsplannen van de nutsmaatschappijen en is bijgevolg zelf verantwoordelijk voor de eventuele aangebrachte schade aan nutsleidingen