Steenmarters, bunzings, wezels en hermelijnen zijn de meest voorkomende marterachtigen. Het zijn snuggere roofdieren, die graag dicht bij de mensen wonen. Met hun opstaande oortjes en dikke vacht zien ze er bijzonder aaibaar uit. Bovendien zijn het nuttige wezentjes want deze jagers helpen om muizen- of rattenplagen in je omgeving te voorkomen.

schuilplaatsen

Steenmarters verstoppen zich op tal van plekken. In de natuur zijn dat houtstapels, grondholen, hooimijten en -oppers, boomstronken, boomholten, dichte struiken en andere beschutting gevende vegetatie. 

Grote nestkasten vormen een welkome aanvulling. In stedelijk gebied gaat de voorkeur naar plekken als kruipruimten, zolders, valse plafonds, dakisolatie en rommelhoekjes. Een steenmarter wisselt regelmatig van schuilplek, maar geeft voor het grootbrengen van de jongen de voorkeur aan een wat ruimere, veilige, rustige en warme plek.

dieet

Ze eten zowel dierlijk als plantaardig voedsel. Ze passen hun menu aan naargelang het aanbod van het seizoen. Dat bestaat grotendeels uit knaagdieren, zoals ratten en muizen, konijnen en vogels en eieren. Maar ze lusten ook fruit, (keuken)afval, brood, kaas en vleesresten. Op het menu komen ook allerlei ongewervelden zoals rupsen, spinnen, regenwormen en hommel- en wespenbroed voor.

schade

Steenmarters vangen of doden is wettelijk niet toegestaan. Om overlast te vermijden is het ook nutteloos om steenmarters te vangen of te doden, omdat er algauw een andere steenmarter in de plaats kan komen.

De enige blijvende manier om hinder door steenmarters in huis te voorkomen, is ervoor zorgen dat de steenmarter niet naar binnen kan. Dat kan door alle openingen dicht te maken of door ze onbereikbaar te maken.

Verjaag je een steenmarter uit je huis, dan neem je mogelijk de nest- of schuilplaats van het dier af. Je zou daarom elders een alternatieve schuilplaats voor de steenmarter kunnen voorzien. Als die schuilplaats goed genoeg is, kan dat voorkomen dat de steenmarter elders een andere woning opzoekt.

Neem je de juiste preventieve maatregelen dan is de kans op schade erg klein. Treedt er ondanks de genomen preventiemaatregelen toch nog schade op, dan kun je een schadevergoeding aanvragen bij het Agentschap voor Natuur en Bos.

Je kan ook via de Hubertusvereniging Vlaanderen terecht voor melding van marterschade. Door het formulier in te vullen kan enkel de schade in kaart worden gebracht, dit betekent niet dat de dieren gevangen of gedood wordt.