Als je het niet eens bent met de heffing van een gemeentebelasting, kan je een bezwaar indienen. Let op, voor het indienen van een bezwaar tegen de personenbelasting of onroerende voorheffing, moet je terecht bij de federale of Vlaamse belastingdiensten.

bezwaar bij het college

Je moet het bezwaar voor de gemeentebelasting schriftelijk indienen en richten aan het college van burgemeester en schepenen, Bruggeske 1, 2950 Kapellen. Dit kan ook via gemeentebelastingen@kapellen.be.

Het bezwaar moet gemotiveerd zijn. Het moet op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Je kan gehoord worden door het college van burgemeester en schepenen als je dit schriftelijk aanvraagt.

De beslissing van het college van burgemeester en schepenen wordt betekend per aangetekende brief. Tegen deze beslissing kan je beroep indienen.

beroep tegen beslissing college

De termijn voor het indienen van een beroep bedraagt drie maanden na de kennisgeving van de beslissing. Wanneer het beroep niet binnen die termijn is ingediend, is de beslissing van het college van burgemeester en schepenen onherroepelijk. Je kan beroep instellen bij de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen (Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen).

verzet of beroep tegen beslissing rechtbank eerste aanleg

Tegen het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg kan je verzet of beroep instellen. Tegen het arrest van het hof van beroep kan een voorziening in cassatie ingesteld worden. De vormen en termijnen, en de rechtspleging die toepasselijk is op deze beroepen, zijn dezelfde als die voor rijksbelastingen en gelden voor alle betrokken partijen. Aangezien het Wetboek van de Inkomstenbelastingen niet voorziet in specifieke termijnen, gelden de gewone termijnen zoals bepaald in het Gerechtelijk Wetboek: één maand vanaf de betekening van het vonnis voor het aantekenen van verzet (artikel 1048) of beroep (artikel 1051) en drie maanden vanaf de betekening van de bestreden beslissing voor de voorziening in cassatie (artikel 1073).
De artikelen 1385decies en 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing.